Skip to Content Skip to Search Go to Top Navigation Go to Side Menu


Bas van Beek – Designing critical design


Friday, January 21, 2011

Bas van Beek, head of the Rietveld Academy Designlab department, teacher and practicing product designer is in almost all interviews and other bio’s described as the bad boy of design in the Netherlands. Not only this nickname as well as the fact that most critics writing about him seem to agree on his position in the field made me interested in Bas van Beek as a person, as a teacher and head of designLAB and most of all as an independent design professional at Archiploitation.

Van Beek's "Royal Rip-Off's"

Van Beek started studying interior-architecture in 1993, studied interior design in 1997, but never finished these studies. Simultaneously he studied interior architecture at the Willem de Kooning Academy from which he graduated in 1998. His final thesis, about a 3D scan of his own faeces as a critic on computer generated architecture, repeatedly sets the tone for most of the critics writing about him. During his studies he did 2 brief internships in Architecture offices. After his graduation Van Beek started his career as an independent design practitioner.

Back then, the Dutch government was supporting starting artists and designers with start-up grands. Putting Van Beek in a position in which he could start to examine what was going on in Dutch Design at that time without direct pressure to design to survive.

Read the rest of this entry »

Baas boven Baas


Thursday, January 20, 2011

Maarten Baas

Geboren op 19 februari 1978 in Arentberg, Duitsland. Kort daarna verhuisde de familie Baas naar Nederland waar hij in Haamstede, Zeeland  opgroeide.  Het werk waar hij het meest bekend door werd en er ook in 2002 op afstudeerde aan de DAE was de ‘Smoke’ series. Deze serie stoelen, die met een brander werden verbrand en vervolgens met een epoxy behandeld, vloog meteen de wijde wereld in. De Smoke stoelen werden opgenomen in de collectie van Moooi, van Marcel Wanders.

Een ander werk van Baas dat al snel werd opgepikt was de ‘Clay’ series. Deze “kinderachtig” gekleide stoeltjes waren onder andere te zien in het programma Zomergasten maar natuurlijk ook op de grote designbeurzen overal in de wereld zoals de Salone del Mobile in Milaan. De combinatie van een stalen frame en industriele klei zorgen ervoor dat elke stoel, tafel, kast of ventilator een unieke vorm krijgen die geen twee keer voor komt. Dit speelse behoud Baas in zo’n beetje al zijn werken.


In 2009 stal Maarten Baas weer de show op de Salone del Mobile met zijn klokkenserie ‘Real Time’. Klokken gemaakt door middel van een video. Hij gaf de tijd weer door een 12-uur durende video die “real time” de tijd weergaf. Met acteurs heeft hij 12 uur lang de minuten die zij moesten vullen gewerkt om zo een correcte tijd te laten weergeven. Zijn bekendste is de ‘Grandfather Clock’. Dit is een klok met de afmetingen van ongeveer een volwassen persoon, waar ook een persoon in lijkt te staan die de tijd minuut na minuut op het melkglas tekent. De Grandfather clock komt pas echt tot zijn recht zodra je hem in het echt ziet. je krijgt meteen het gevoel dat er echt iemand in zit die de tijd bijhoud.

Andere zijn ‘Analog Digital Clock’ waar ook iemand achter staat die steeds de vlakken opvult en schoonmaakt alwaar een digitale klok ‘slaat’. Ook is er een variant, ‘Sweepers’, waar je van boven 2 mannen een berg zand en vuilnis in de vorm van wijzers rond ziet vegen. De vierde klok in zijn serie is ‘Counting Hours’ (in deze link zie je ook alle klokken in een overview). Hier zie je een man in een klein kantoortje zijn werk doen en tegelijkertijd twee pennen als wijzers rond laat gaan om zodoende de tijd weer te geven.

Ook werd hij in 2009 Designer of the year genoemd in Miami op de Design fair in Miami. Hier liet liet hij een one-of-a-kind werk zien, in opdracht voor de design fair in Miami, genaamd The Shell.


Maarten benadert het ontwerpen zonder voorkennis van, of interesse in vooraf opgelegde beperkingen en vindt zijn drijfveer in het aangaan van nieuwe experimenten. Deze benaderingsmethode werd verder uitgediept voor zijn presentatie tijdens de Salone del Mobile 2005, waar hij zijn ‘Treasure Furniture’, ‘Hey, chair, be a Bookshelf!’, en ‘Flatpack Furniture’ presenteerde, welke  vol verwachting en met luid gejuich werden ontvangen.
In 2009 ontwierp Baas, voor het eerst sinds zijn samenwerking met Moooi in 2003, ongelimiteerde producten voor andere labels. Voor het nieuwe, Italiaanse label Skitsch, ontwikkelde hij het cartoonesk vormgegeven, porseleinen servies ‘The Haphazard Harmony’. En voor het Britse Established & Sons de eetkamerstoel ‘Standard Unique’, een stoel die zodanig is geconstrueerd dat elk geproduceerd stuk een unieke stoel oplevert.


Wat is het geheim van Baas? Voor een groot deel ligt de aantrekkelijkheid van zijn objecten in het feit dat hij het kind in de volwassene weet aan te spreken. Lekker kneden en kleien, af fikken en smelten, frutselen en stapelen. Zijn werk is echter veel meer dan de puberale grap om een designicoon af te branden. Nu het hier allemaal bij elkaar staat, ondanks alle onderlinge verschillen in de series, valt er wel degelijk een lijn in te ontdekken. Het plezier in het maken en knutselen straalt ervan af, evenals de humor. De meubels met hun spichtige pootjes of juist bolle, ronde lichamen, hebben een hoog cartoongehalte. Zo lijkt de serie ‘Sculpt’ gemaakt voor de familie Flintstone en zijn de kasten voor ‘Established’ verwant aan robotjes, die als kleine huisdiertjes de woonkamer bevolken. Het is gek en grappig, maar ook sympathiek en interessant.

Kortom het werk van Maarten Baas bevat een speels gehalte wat ik over het algemeen kan waarderen. Door zijn kijk op de wereld worden interieuren weer wat kindvriendelijker en luchtiger in hun omgang.

Maarten woont en werkt tegenwoordig in de buurt van ‘s-Hertogenbosch.

Tokujin Yoshioka Design


Thursday, January 20, 2011

Tokujin Yoshioka was geboren in Japan in 1967, na uitvoerige samenwerking met Shiro Kuramata en Issey Miyake en deze bestudeerd te hebben, kwam in de opstelling van 2000 zijn studio, Tokujin Yoshioka Design, in Tokyo. Zijn vennootschap met Issey Miyake heeft meer dan 20 jaar bestaan. Tokujin Yoshioka heeft deelgenomen aan een aantal projecten met mode ontwerpers en designers. Maar hij brak pas echt door na zijn succes in ‘Issey Miyake Making Things for the Cartier foundation in Paris’. Ondanks zijn leeftijd is Tokujin Yoshioka een van de meest belangrijke en invloedrijke japanese designers of eerder gezegd “vormgevers”.

De reden waarom ik vormgever zeg, is omdat ik hem niet in een hokje weet te plaatsen. Hij bevindt zich in het speelveld in de vormgeving. Als je zijn werk observeert denk je al snel aan motie, transparantie en de omgang en kennis van materiaal.

Het spelen en gebruik maken van het materiaal is steeds verschillend. Zo gebruikt hij papier om een stoel mee te bouwen, het papier is nooit stevig genoeg om op te kunnen zitten, maar het door het papier in een vorm te kneden en het van zijn blanke gladde oppervlakte te ontdoen en het grootschalig als een compacte eenheid neer te zetten maakt het geheel totaal anders.

Oké, je kan er niet op zitten want alles zakt in, maar het schept iets nieuws voor het oog en het lijkt te werken. Het is rustgevend en strak ondanks de slordige vouwen die toch ritmisch worden door het grote geheel.

Alles voelt heel clean aan, en alles is dan ook strak en voor mijn doen totaal emotieloos. De emotie kwam niet bij me op, tot ik na een tijd onderzoek zijn proces en manier van werken begon te begrijpen.

Zo werkt hij nogmaals erg veel met transparante objecten en mogelijkheden, hierbij denk je ook aan weerkaatsing en schemering en spiegeling. Lichtinvallen die je raken in het werk en het zijn kracht geven en soms ook ontdoen. Doordat het vaak te strak is verga ik mezelf nogal snel in de spiegeling en in de lichtinstallaties. Het is natuurlijk wel goed doordacht en in de puntjes uitgezocht en er zit detail daar waar het nodig is, maar het is voor mij zo achterhaald en gedaan. Zeker als je kijkt naar Japanse collega’s en mensen in zijn werkveld is het voor de hand liggend vindt ik.

Maar toch blijft het je raken, dit heb ik heel erg bij het werk genaamd ‘snow’.

Het is zo simpel en heeft een eenvoud in zijn bedoeling maar het raakt je, je herkent de sneeuw die als poeder met de wind meegaat en het geeft kalmte en emotie. Zo ben ik toch anders gaan kijken naar zijn werk en naar zijn manier van werken, dat het geen wonder is hij zoveel samenwerkend werk heeft verricht.

Wat mooi is te zien in interviews is dat hij zelf aangeeft zijn voorkeur ligt bij simpelheid. Zo kleedt hij zich simpel en strak. Zwarte shirts en polos en geen opvallend kleurige schreeuwende kleren. Ditzelfde zie je in zijn werk terug en kan je zien dat hij weet wie hij is en waar hij staat. Zijn werk is een weerspiegeling van hemzelf.

Simpelheid en strak afgewerkte concepten zijn een kenmerk van Tokujin Yoshioka, in zijn werk ‘Venus Natural Crystal Chair’, zie je in het proces Tokujin Yoshioka kleine kristallen laten groeien in een aquarium om zo deze natuurlijke kristallen tot een stoel te doen creëren. Hij noemde de stoel naar Venus, omdat het groeiproces doet denken aan de godin die wordt gevoedt door delen in het water en zo uit het water tot leven komt. Het is zeker niet een stoel om in te te zitten, maar het is geweldig om naar te kijken. Dit merk ik vaker bij het werk van Tokujin Yoshioka dat het niet praktisch of bruikbaar hoeft of moet zijn, maar het meer het verhaal verteld achter het idee of de manier waarop het idee tot leven is gekomen, en maakt het voor mij ook totaal niks uit of het nu ook echt design is met een functie. Hij gaat heel verfijnd en precies te werk en het lijkt naar mijn mening dat hij zeer gefascineerd is naar het ontdekken van de groei en ontwikkeling van deeltjes in stoffen en materialen. Wat een connectie legt met meubels, kleding, design enz. Dus om terug te komen op het emotionele gebied.. ja, dit zit er zeker in. Misschien niet meteen herkenbaar in het werk maar wel in het proces. Hij is naar mijn mening ook zeer gedetailleerd en dat zie je niet alleen terug in zijn eind producten of werken maar ook in zijn experimentele fases. Echter vindt ik dit vaak “te” gelikt ogen, en vergaat het echte verhaal of de boodschap erachter.

Hoewel hij het goed compenseert en je verbluft met minimalisme en design. Mocht je nu meer werk van Tokujin Yoshioka willen zien en zijn processen en in welk veld hij nu precies zit binnen design, dan is het zeker waard even zijn site http://www.tokujin.com/ te bezoeken, namelijk:

De schoonheid in wetenschappelijk geïnspireerd design


Thursday, January 20, 2011

Joris Laarman, inmiddels 31 jaar, heeft zijn eigen lab sinds 2004, samen met zijn partner Anita Star. Zijn insteek is om een object een verhaal te laten vertellen. Hij vertelt dit in een filmpje dat te zien is op Youtube. In zijn werk maakt hij gebruik van een combinatie van design en wetenschap. Hij zoekt daarbij naar de grens tussen waar zijn ontwerpende functie nog een rol kan spelen en waar de wetenschap het overneemt. Design gaat voor hem over het overbrengen van een gevoel. Wetenschap daarentegen is gebaseerd op wetten en regels. Het verschil tussen deze twee aspecten is dus groot. Waarschijnlijk is dit verschil de reden waarom ik als toeschouwer een onwerkelijk gevoel krijg. Zo had ik, bij het bekijken van zijn werk Paper Starlings het idee dat ik naar een projectie van papieren vliegtuigjes keek. In werkelijkheid blijken de vliegtuigjes microrobots te zijn, en dus echt. Joris ziet zichzelf liever niet als designer, maar eerder als kunstenaar.

Read the rest of this entry »

The Designer as Artist !?


Friday, January 14, 2011

“Designer as Artist is an article written by Louise Schouwenburg [x] for the art magazine “Metropolis M“. After reading this article it became a source for our research project investigating the position and role of designers and their relation to art. After visiting the exhibit Hella Jongerius “Misfit” held in the Boymans van Beuningen museum Rotterdam, we decided to invite the author (also writer of the Misfit catalog) for a discussion. This discussion focused on the new trend in design where more conceptual freedom emphasizes a new role for the designer. Students of The Rietveld Academy Foundation Year’s E_group research and opinionated this subject as you can read in their individual posted contributions on this Designblog

The article mentioned and the choice of this subject is not without reason. Last September 2010 the Sandberg Institute (Rietveld’s own Master program) appointed one of the Dutch leading designers Jurgen Bey as their new director. This internationally acclaimed designer takes an outspoken position in this debate. “We need contemplative visionars. The changing world asks for critical artists and designers who can work together and make themselves subordinate to a greater cause”, say’s Bey

Looking out of the window of our class room we see his office at the Sandberg Institute an opportunity we could not let go. Time to get acquainted. We invited Jurgen Bey to come and visit our program as a mutual exchange and tell us something about himself within the context of our subject “the designer as artist !?”. Before this was arranged we had a great opportunity to meet him in person as part of a program organized by the museum of modern art Temporary Stedelijk Museum Amsterdam. Their program “Talking Film” #5. In this program Jurgen Bey presented a selection of films showing how artists and designers create and capture their own world. Indirectly he used this evening to present his attitude in directing art, design and architecture at the Sandberg Institute.

We tried to re-create the program presenting a mock-up of the films he showed and some of the statements he made:

Read the rest of this entry »

Use Designblog TravelTags


Tuesday, November 23, 2010

.

Visit all “50TravelTags”

.

from the Designblog tag-list.

.

browse mapping by Maria Micheva

It is not easy to navigate in the design world, let alone Designblog.
The 979 postings and over 2000 keywords turn it into a subjective maze. How are you going to find an entrance to amazing stories and surprising opinions. In-depth interviews and downloadable theses and research papers.
Before you know it, you turn from user to participant of a universe that sucks you in or swings you out.


browse mapping by Severin Bunse

Students from A group decided to help you along by browsing the blog for you. Becoming your guides, in a manner of speaking. Creating new tags that can serve as “Travel Tags”. [invention, ice-cold, climate, crisis, fun, erudition, rules, gravity, convention, removable, purple, symbol, social-talk, audio-zine, similarities, mode, funny-story, flexibility, women, do-it-yourself, icon, sharing, interpretation, role, masterpiece, travel, imagination, slowMe, play, peaceful-living, mystery, sexuality, reflector, 0-dimension, no-comment, theater, ideology, dress, sharing, hidden, art-of propaganda, dependency, break-up, sign, young, pulling-pushing, conditional, breakfast, porcelain, Norwegian-mythology]-tt. You can look them up in Designblog’s tag-list, under [50-TravelTags].


browse mapping by Anouk Buntsma

Browsing surely illustrates that Designblog can become a true Pandora’s box. On the TravelTag poster, which was printed on this occasion, you can see a selection of their journeys in the form of ‘browse-maps’. Visualizations of their browsing history. These visual sketches show clearly that browsing through the blog leaves a clear individual trace. No person experiences it the same way. The blog creates –by design– a colored travel experience that synchronizes with your personal taste and ambition.

mapping my browse history


Tuesday, November 23, 2010

Mapping_Anouk_bw2

Dutch Design Profiles


Tuesday, November 23, 2010

Designblog made a new link; to DUTCH DFA (Dutch Design Fashion and Architecture) “video profiles”. Presented at the latest 2010 DDW (Dutch Design Week) these profiles are part of DFA’s 4 years program that aims to strengthen the international position of these design sectors. Do enjoy the short video’s. Check out also Premsela Institute the much more interesting Dutch Platform for Design and Fashion. Have a look at their program of lectures and exhibits and their “pioneers of Industrial Culture Podcast series“.

To celebrate the exhibit Misfit of Hella Jongerius at the Rotterdam Boymans van Beuningen Museum –which we visited with E-group last week– and the kick-off of DesignTheory’s latest focus “The Designer as Artist.….”, based on an article in the 2010 5th issue of Metropolis M

we present . . .

An Ornithological Recitation of Kurt Schwitters’ Ursonate


Tuesday, November 23, 2010

An Ornithological Recitation of Kurt Schwitters’Ursonate excerpt:

Get the Flash Player to see this content.

There has never been a full agreement as to what were the key influences on Kurt Schwitters when he was preparing the Ursonate. An interest in bird songs and calls is known to have provided a lasting inspiration for Schwitters. A later poem, called Super-Bird-Song, written in 1946, at least claims by its title a direct contact between the lyric and the sounds of birds. I gladly trust in this.

Whether or not I am merely continuing the myth myself, I would like to give the Ursonate back to the birds.

During my research I got in contact with Prof. Dr. Gerhard
Spitzer, an ornithologist based in Vienna. We met in his office, listened to parts of the Ursonate recited by Kurt Schwitters himself, read the text out loud and tried to find the resemblance of bird songs within the piece. Having Dr. Spitzers advice as the fundament of my research,
I now work with ornithological field guides and encyclopaedias. And try to recreate in this way the entire Ursonate sung by birds.

This work is not finished yet —
it may grow and expand.

Astrid Seme [x] graduated from the "Werkplaats Typography" (WT) master program of ArtEZ Institute of the Arts.[x]

for more information about a preliminary excerpt [2'55"] on CD

go to: www.markpezinger.de

Hompje klei


Monday, November 22, 2010

Het startpunt van dit architectuur project was een zelf uitgekozen gebouw van Rietveld, dat interessant was op basis van de relatie tussen binnen en buiten. Mijn oog was gevallen op twee surrealistische gebouwen, die in hun omgeving lijken te zweven.

Naar aanleiding van deze gebouwen moesten we een publieke ruimte ontwerpen voor een groen stuk op de Wibautstraat.
Tijdens het bekijken van de plek viel het me op dat de gebouwen op de Wibautstraat totaal niet in relatie staan met elkaar. Het is een onsamenhangend gesloten geheel en de gebouwen dragen niets uit.

Ik kreeg daardoor een beter beeld van welke aspecten ik in mijn gebouw zou willen hebben. Het gebouw moest iets gaan uitdragen, open zijn en surrealistische aspecten hebben. Met deze gedachtes ben ik begonnen aan een reeks kleine sculpturen, al zoekend naar interessante vormen. Uiteindelijk heb ik er daarvan twee gekozen.

De een is speels, verticaal en open. De ander meer  organisch, horizontaal en compact. Ik heb de tweede sculptuur verder meegenomen in mijn proces. Vooral omdat ik de openheid en de speelsheid van deze vorm erg goed vond passen bij mijn doelstellingen en bij hetgeen waar de wibautstraat aan te kort schiet. Maar zodra ik die keuze gemaakt had, liep ik vast en veranderde ik mijn plan in twee krampachtige kubussen op poten, die schuin voorovergebogen waren en die als twee kijkers op de wibautstraat keken. Beide kubussen gaven via de achterzijde een ander uitzicht op de stad. Ik vond de kubussen op zichzelf mooie ontwerpen geworden. Maar het was te statisch en kwam niet overeen met wat ik wilde.

Uiteindelijk heb ik mijn plan omgegooid en ben ik verder gegaan met de organische sculptuur die voor mij veel meer mogelijkheden bood. Misschien paste deze minder bij mijn doelstellingen, maar hij stond dichter bij mij. Ook kon ik met deze vorm naar mijn idee het surrealistische aspect beter verwezenlijken.
Voor mijn gevoel was ik nu op het moeilijkste punt van het project aangekomen. Het gedetailleerd bekijken en onderzoeken van de vorm. Moest er ruimte zijn tussen de twee materialen en de grond, waar zou de opening komen, moest de organische vorm ronder zijn of hoekiger enzovoort? Na veel uitproberen van verschillende mogelijkheden heb ik gekozen voor een iets rondere vorm en besloten om ruimte tussen de twee materialen te creëren en ook tussen de ijzeren plaat en de ondergrond. Hierdoor ontstonden schaduwvlakken om het gebouw heen die de vorm versterkten en de scherpte van het ijzeren vlak benadrukte.

Om dit aspect beter naar voren te laten komen heb ik een glimmende zwarte plaat onder het gebouw gemaakt waardoor het blok lijkt te zweven omdat er nu schijnbaar ook een schaduwvlak onder het gebouw is en het gebouw daarmee als het ware opgetild wordt.
De vorm van het gebouw wilde ik niet laten beïnvloeden door de opening. Daarom heb ik gekozen voor een ondergrondse ingang. De ingang is even groot als het blok dat als ondersteuning tussen de zwarte ondergrond en de ijzeren plaat zit.

Geniaal002


Monday, November 22, 2010

Open is not open. Closed is not closed. It can only exist next to each other.

Relativity was my starting point for this project. I wanted to create a space or building that existed out of an open and a closed area. By doing this it would be a building for everybody and every moment. It would be a contrast between introvert and extrovert. A place where you can be alone and with people. Where you can play and think.

A very nice thought but how to do this? I started with making 3D sketches out of cardboard. While doing that I tried not to plan to much. I had relativity in the back of my head and just started to make things that interested me or forms that I thought were strong. I did this till I had enough sketches and ideas. Then I put al the good ideas together and made a very complex building that was on one site a sort of bunker and on the other side an very open place. There where to much forms in it, so the starting point of relativity was far away. One of the sketches (witch I didn't used) was a very simple form of two squares who overlapped in the middle, by doing this I had created two rooms. Because the squares where turned, the one room had no roof and the other did. This was a very simple way of making use of an open and a closed area.

There where still some problems,  The closed area was open on two sides so people can walk trough, this would create to much dynamics for a room witch suppose to be an closed room. The open area had still two walls so you didn't have a view witch is very important for an open area. There was a very simple solution for this, I just cut one of the walls of the open area in half and put it on one of the exits of the closed area. Because I started to work with squares this fitted precisely.In the open area you can look at the sky and in the closed area you can look at the grass. There was only one problem, because I closed one of the exits in the closed room there was no light in there and I couldn't make windows because the room would be to open. So I cut the lower part of the two outer walls away. Now there comes light from underneath. The focus lies now on the grass and there is light but not to much.

There still have to be a bench in every room. I decided to place the bench of the open area in front of the open space so you have a view from there. The bench of the closed area I decided to put on the wall witch I closed of the area with, so that it is in the corner where it is the most quit. By putting the benches this way it also supports the symmetric form of the building.

Now I created a building made out of two parts: an open and a closed one. In the open one you can can see the sky and people can walk trough so there is a lot of dynamic there. The closed one haves only one entrance and exit so you can't walk trough. Your walking on grass and there is not much light.  I have made a contrast between an introvert an a extrovert area. The building shows the relativity between the two.

Boxes in the air


Sunday, November 21, 2010

I want to create something that is appealing to me both visually and intellectually. Something that will seem easy but yet complex without feeling pressured and stiff. Something that will breathe Rietveld but not be overtaken by it. Something that is made by me.

Our starting point is Rietveld, and our other starting point is a place in Amsterdam, at Wibautstraat.

Without exactly knowing what I wanted to do I started with taking pictures of the trees there, the motorway and the small bridge at the entrance to the triangle.

Scale is not my best friend and I decided to work mainly thinking about the surrounding and the visual view. My first idea was to create something inspired by the Rietveld zomerhuis. A house which would be standing free in the air. Of course lifted with the help of panels. I wanted to create a place where on one side, the one looking to the road, it would seem that there was just a wall and once you go behind it you would find an oasis looking to the tree. I was inspired by the uplifting feeling of the zomerhuis like it was floating in the air. Something spacious and airy.

photo by Malin Nordin

Gerrit Rietveld "Zomerhuis" en La Corbusier "La Cité Radieuse"

Once I started building it I found another picture that pushed me to the direction where I ended up. A house in Marseilles, built by Le Corbusier.
Transparency and greys would be the vital parts in this ”building”

I want to create a view for the person sitting in the box, I want to choose where the person should look, a little bit like Rietveld did at the Schröderhouse, before the bridge, motorway and new building was made. The boxes are placed in different levels, connected to each other by staircases.


It is a sort of labyrinth that can be seen as difficult to get around in. But it is an open obstacle that I think makes one more intrigued to visit. When you stand on the side were the grey wall is you still can see the transparent boxes, which is made with the intention to be seen. Just a little bit, so that you feel forced to go around and see what is hiding there. They are all connected with stairs and bridges. Like a playground and a relax area.

Read the rest of this entry »

The square is our cross


Sunday, November 21, 2010

With the first design lesson we started to take inspiration from the Rietveld building. I feel quite overwhelmed by the infinite possibilities that it offers, rich in detail and at the same time simple forms.

Now almost a half year has passed but I still feel like I have only just touched the surface. I could go on for years getting inspired by him, he may have already become one of my idols.

THE GARMENT

We were asked to design a garment, inspired by the building, but also a practical piece of clothing for students or/and employees of the Academy.

I thought about the transparency of the building, which Rietveld used so that the students can spread freely in the premises to work non distracted. To connect the inside with the outside was his clear intention.

So I started with a pinafore with coated fabric from which the water or paint of the working students can drip off. In the front I placed a mood-board, like a display out of transparent fabric which you can use to demonstrate your current interest (connecting inside and outside). You can put a picture inside or you show your naked body, if you`re proud off it.

A detail that I wanted to use were the white brick walls at the front of the building, which protrude 15cm from the glass. Rietvelds intended each material to have its own space. So I made two padded retangles out of a white fabric. They can be used as a pad and at the same time as a pillow on which you can rest in the meantime.

I made a second piece because I also wanted to work just with an all-optical process without any useful effect.
I took the gray vertical bars that crossed with horizontal rows of far reaching windows. I tried to create something that respects the human body with the delicateness of transparent and thin lines. Translating the skeleton of the building in a second skin.

Read the rest of this entry »

As the cube became a Box


Sunday, November 21, 2010

Park at Wibautstraat, near Amstel station together with Rietveld architecture, become a starting point for the creation model of new building.

map and inspiration

The Rietveld Schröder House in Utrecht was built in 1924 by Dutch architect Gerrit Rietveld for Mrs. Truus Schröder-Schräder and her three children. Inside there is no static accumulation of rooms, but a dynamic, changeable open zone.

The functionality and rationality of the Rietveld-Schröder house inspired me to create something useful. When I started to think about it and tried to get more information about Rietveld architecture I found a table which gave me the idea to create a box for homeless and students.

Box & environment

Park at Wibautstraat is a perfect place for “Boxes for the homeless and students”. Trees in the park hide “shelter” under their crowns, but the bright colors of boxes make their way through the green “ceiling”. Boxes can be placed anywhere in the park, because they are mobile and each box is attached to a bench. Main functions of the benches are the storage place of cardboard. Yellow bench – for the new cardboard (which serves as a mattress inside the box). Black bench – for used cardboard (which can be used to fuel the fire in fireplace). I chose cardboard because every day in Amsterdam a huge amount of cardboard is released, so that it can be delivered to the place from the special services or concerned public.

Read the rest of this entry »

Stairway-Bridge


Sunday, November 21, 2010

The space that we were to make suggestions for had a feeling of both uneasy turbulence and mediocrity. The way a small triangle shaped area of grass and trees is placed on Wibautstraat next to the train tracks, and the entrance to the metro by a big road makes it useless as it is now. The slope that leads up to the train track and the many trees also increases to the dark and uninventive atmosphere. It doesn’t look, fell or act usable, appealing nor enjoyable. I do believe this location needs a green resting point, but the present one has

hollowness to it

My first feeling being there was that I got distracting by the noises from the cars and especially the train passing on a little hill next to it. Also the passage to the living area on the other side of the train tracks is just a dark and uninviting tunnel, one that I wouldn’t enter happily at nighttime.

My idea with the model is to cover the train tracks with a soft waved tunnel with stairs on top and different level of balconies. Creating a space over the train tracks, and also presenting an alternative of fast passage, which is now only directed to the tunnel under the train.

Connecting the triangle park with the living area by adding the stair-bridge the whole place will be more whole since you can walk on top it and have a broader view. I think that removing one of the disturbing sounds (that of the trains) would also make the areas next to it more appealing because of the new harmony. And you also have a usable area on the top with the the different level balconies. It will be a lighter both physically and mentally


Read the rest of this entry »

Thinking out of the white cube


Sunday, November 21, 2010

The Parooldriehoek is a triangular piece of land, somewhere in Amsterdam-Oost. A piece of land with little character, between the busy Wibautstraat and the train tracks. I hadn’t really ever noticed this plot, and I started to wonder why. It’s not that I never pass through that part of the city; I visit the adjacent club Trouw regularly. Maybe that’s the problem.

Every time I’m there, it’s night. And there’s not very much to see there during the day, let alone during the night. It’s a very dark and uninviting piece of land. Some even say they feel uneasy walking in the area after dark and that is where I could change something.

I was going to give the city something to be proud of, and I was going to make this little triangle memorable and comforting. I wanted not only to make the outside a part of the interior (much like Gerrit Rietveld himself used transparency whilst designing buildings) but I also wanted the surroundings to be affected positively by the presence of a new building. I wanted to make this a place people wanted to visit instead of wanting to avoid it.

With this in mind, I designed a glass library, a place that hides nothing in the dark, but shows everything. Just like the inspiring architecture of Rietveld’s academies. Two fine examples (one in Amsterdam and the other in Arnhem) of how a construction of steel and glass can give a large building a very light aesthetic. Two buildings from which the outside and inside are of great influence on each other.

Read the rest of this entry »

Old church Amsterdam


Saturday, November 20, 2010

Because Rietveld’s architectonical designs don’t inspire me that much. I don’t like the straight shapes he uses most of the time and the sober way of designing his buildings. So it was quite a task to pick one. So eventually I picked ‘van Slobbe House’ because it was build in a hill halfway. And because most of Rietveld’s buildings are build on flat ground I found that part interesting. And Rietveld used the fact that it was built on a hill in a very smart way as you can see on this picture. On the left image below you can almost see the building ‘float’ of the hill.

With this as a starting point, I continued with a certain aspect of Rietveld’s way of thinking; the placing of a window. This was a very important to him. He never placed a window out of the blue. He considered the surroundings sincerely and looked for the best view. And there he placed the window and considered the size of the window depending on the view. This thought interested me. So I went on with it. My first try was some sort of bus stop with different sizes of windows as you can see on the image above.

During an academical trip to Valencia Spain, I found out that I don’t have much affinity with modern architecture [x]. ‘Old’ architecture drew my attention much more. I had more affinity with that kind of architecture. And especially churches interested me because of their unique atmosphere. It felt to me that older buildings had much more of a soul. But where does that soul come from? The answer I from the windows and the old material they we’re made of. The way light falls through the stained-glass windows. Where churches are famous for of course.

Read the rest of this entry »


Log in
subscribe