Skip to Content Skip to Search Go to Top Navigation Go to Side Menu


"Projects" Category


Welcome all of you born and not yet dead!


Friday, March 4, 2011

De mens speelt zijn hele leven, elke dag, misschien wel elke minuut, een andere rol. Tegenover elk persoon verhoud je je anders. We leven met masker, kostuum en aangeleerde manieren. Zonder valt niet of nauwelijks te leven.

De ene dag ben je slecht, vijandig, dan weer lief en onschuldig of je voelt je als een zak aardappels.
Als ik me voel als een aardappelzak, zorg ik er voor dat de aardappelzak omhult is door een zwierige jurk en felle lippenstick. Uiterlijk is misleidend. De meeste zullen pas denken dat je een aardappelzak bent als je een jute doek omslaat en muf ruikt.

Mensen reageren op wat ze kennen.

Heb je een goude oorbel in dan ben je crimineel, homo of gabber. Cliche's zijn makkelijk.

Bij een slecht iemand denk ik meteen aan een kauwgom kauwende man met een leren jas en een snor. Dit plaatje zit vastgeroest in mijn hoofd.


[costume for Man with Bad Intentions]

Toen ik het operastuk: De overwinning over de zon, met decors van Kasimir Malevich zag, was ik gegrepen door de vervreemdende taal en beeldtaal. Abstract. Weinig aanknopingspunten, waarin je vastgeroeste denkbeelden zou kunnen terugvinden. Ander taalgebruik, andere tonatie van de stem, abstracte kostuums.
Het karakter, de slechte man, kreeg in dit stuk een hoekig pak aan. Zonder dat het aansloot op zijn lichaam. De vorm van het pak werd eerst gemaakt. Daarna kon de slechte man zich hiertoe verhouden en aanpassen. Zijn bewegingsvrijheid hing af van het pak. In het kostuum zijn geen cliché’s gebruikt. Ook niet in het pak van de vijand, de nieuwe mens , de dikke man enz.

Dit vind ik een welkome verrassing en zelfs een opluchting. Doordat bewegingen, taalgebruik en kleding onherkenbaar blijven, dwingt het je anders te kijken, te denken en te luisteren. Niet te snel te oordelen. Het stuk is een zoektocht naar herkenningspunten in een wereld die je vreemd is. In dit stuk maak je je eigen waarheid zonder het zien van cliche's of rookwolken.

cube design


Wednesday, March 2, 2011

In the “beginning” all was dark… Paintings were hanging in dark rooms and the walls were so filled that one could barely see the landscape paintings for all the landscape paintings in the salon. Anyhow, most people were happy that they could consume the art, just like people since the ancient Vatican sculpture gardens. In 1812 the first “art-only” building was created by the English architect Sir John Soane. Finally! Here the art could be viewed for what it really was, perhaps even art selected with great taste, as Kant would have wanted it.

In the late 19 century the number of galleries and art museums were booming. Every “metropolis” had to have its own museum of art to be a metropolis. When we are approaching the mid 20 century old ways of building institutions of art, often retro romantic, were abandon for more “clean” and architectural deconstructed rooms, an early examples is the Guggenheim in New York. Exiting times.

At the Van Abbe-museum in Eindhoven you can walk around in beautiful, calm, strictly white and spiritual rooms filled with modernistic art. The worlds’ largest collection of Lissitsky paintings are finding its’ place like a perfect sized glove. Modern art for a modern room!

On the second floor an exhibition about art is presented. Or rather an exhibition of art. Or an exhibition of artworks about the modern art museum, but with new art. Or an exhibition on ehee.
When visiting this exhibition a feeling of unrest is present, an urge to maintain the “white cube” intact. The room can only be intact when art is made in respect of the cube. But what happens when people get tired of the white cube, when artist don´t agree that their works need the white cubes, when the curators finds them self unable to fill their holy rooms? Maybe the beautiful buildings of high modernism will slowly decay? Well to calm the museum directors I have taken my responsibility and re-used the modern room to create new room! Deconstructed the deconstructed. A post modern solution to keep modern. Now we all can sleep well.

Proun


Wednesday, March 2, 2011

De gehele expositie ‘monumenten voor de toekomst, El Lissitzky’  trof mij als warrig, misschien mede door het eerst kijken van het theaterstuk, waar hij aan had meegewerkt, uitgevoerd door Amerikaanse theatermakers, lang na zijn dood.
Theater is een ding, experimenteel theater een ander en een video-regristratie van  experimenteel theater nog een stap verder van mijn bed. De bedoeling van de tentoonstelling is om te laten zien hoe dynamisch Lissitzky was, zijn werk is dat ook, vaak onaf, vol ideeën over de toekomst. Maar de meeste dynamiek die ik gevonden heb, zat in het kleinste kamertje van het Van Abbe Museum, het was ook de laatste ruimte die ik nog niet gezien had. Het was een video spel, geprojecteerd op een groot scherm met een comfortabele rode tweezitsbank er tegenover. Het was het spel ‘Proun‘ van Joost van Dongen, mede geïnspireerd op Lissitzky. je was een bal die voortstoof op een buis, je kon vooruit en draaien om de buis. onderweg waren er enkel geometrische vormen die uit de weg gegaan diende te worden, er was geen boven of onder, geen einde, enkel abstractie en zeer veel dynamiek. Wat het Van Abbe probeerde te bereiken via het werk van Lissitzky, is hen gelukt via een video game. Hier raakt de expositie aan de toekomst, en aan dynamiek, de kunst kan nog veel groeien en ontdekken in de wereld van de nieuwe media. Games, web-art, conceptuele kunst op je I-phone van alles is daar mogelijk. Jammer dat hier verder geen aandacht aan is besteed in de tentoonstelling. Het doel was immers een tentoonstelling te maken die lissitzky in deze tijd plaatst. bij het spel stond ook niet van wie het was, waarom het er was of dat het er überhaupt stond. een klein gemis

We love geometry


Wednesday, March 2, 2011

Geometry appeals to us. When I was very young, I remember playing with wooden squares, circles and triangles, trying to find the right hole for them. Apparently, we learn to recognize geometry’s basic shapes from an early age. Not only is it one of the oldest mathematical sciences, it provides practical knowledge to interpret size, volume and relative position of figures in all kinds of situations. Through the axioms of geometry, measurements can be reduced to a simple set of lines, making our world a very synoptic place and providing us with a feeling of – why not – security and intelligent understanding.

(more…)

Letters


Wednesday, March 2, 2011

Eatable fashion and so on..


Wednesday, March 2, 2011

BLESS DESIGN was founded in 1997 by Ines Kaag in Berlin, and Desiree Heiss in Paris.

In ’99 and ’04 they received the ANDAM fashion award.

They’re philosophy is creative freedom, they are busy with totally innovative fashion accessories through design to art.

The Bless creative expression takes the form through numbered editions, with a permanent research of timelessness. They’re way is to create without definite perimeter.

The two designers escape from any calibrated definition of fashion, “BLESS does not promote any style – BLESS fits every style!” they kept tight they’re initial concept and idea which was to combine creations between fashion, design, art and architecture.

The objects created by Bless result from the fascination of Desiree Heiss and Ines Kaag for recycling, the diversion of the uses and the traditional techniques.

They’re accessories turn what was supposed to be regular and unquestionable into surprising.

Like, for example the shoe-socks, that is a socks boot like, with a sole under, or from the collaboration with Le Pliage®, the bag that can be folded inside it’s own circular leather handles and can be worn as a bracelet.

(more…)

Superstudio


Tuesday, March 1, 2011

Superstudio was founded in 1966 in Italy by Natalini, Torrelado di Francia, Alessandro, Roberto Magris and Piero Frassinelli. The group developed as a result of the expanding cities, which contributed to the growing amount of products and design.  Later on they focused more on architecture and they did cut-outs and city plans of over expanding cities.

In the 60s the post-war modernization was a fact in Italian society and decimating the surrounding urban landscape. Mussolini’s fascist regime contributed to the invitation of Italian mass society, but did not construct a mass consumer culture. That would be the accomplishment of the governments who supported private investment. There

was no sufficient safety regulation to ensure proper building methods. The result was catastrophic, with speculative buildings placed randomly through the urban margin. Italians were becoming more urban and more hooked with their object world, but adapting to this new consumer oriented lifestyle unavoidably meant that they came apart to traditional habits.

During this time the student population doubled to half a million, providing a force behind the rise of mass student culture. This slide towards social breakdown was brought into view through the work of some of the countries artists. Like Michelangelo Antonioni who with his film “Red dessert” showed a devastated landscape with factories and pollution. This was a reminder of a simpler past and reflected on the built environment.

from the film “Red dessert”

(more…)

Discussing Hella Jongerius


Monday, February 28, 2011

Na mijn eerste kennismaking met het werk van Hella Jongerius had ik direct een hele sterke mening gevormd.
Gaandeweg ik aan het schrijven was hoe ongelofelijk simpel ik haar werk vond zoals bijvoorbeeld een door haar ontworpen print voor een sneaker moest ik toch telkens mijn mening bijstellen.

Zodoende ben ik zeven keer overnieuw begonnen. Telkens uit een verschillend standpunt. Ik moest en zou duidelijk maken hoe ongelofelijk slecht ik haar werk vond. Maar telkens naarmate ik me meer en meer verdiepte bleek ik ongelijk te hebben.

Ik vond bijvoorbeeld uit dat wanneer ik in google: “Hella Jongerius kunst” intikte 32.400 resultaten kreeg. En wanneer ik: “Hella Jongerius design” intikte 163.000 resultaten kreeg. Ook op Facebook wordt zij twee keer onder design genoemd en niet onder kunst. Ook verschillende zoektermen in google geven duidelijk meer resultaten wanneer Hella Jongerius met zoekterm “design” word gebruikt.

Zo besloot ik: “Hella Jongerius moest uit het (kunst)museum.” Na verder research over design in kunst musea bleek het Boijmans van Beuningen zelfs vrij bekend is om de manier waarmee zij design een plek in het museum geven. Een designer (Wim Crouwel) was zelf in de jaren 90tig diresteur ervan. Daarbij bleek ook dat Jongerius zichzelf niet zo zeer een kunstenaar of designer noemt maar verschillende dingen op verschillende manieren benaderd. Het kwam er dus op neer dat Jongerius werk doordacht is. Iets meer probeert dan alleen maar design te zijn.

Zo kwam ik telkens mezelf weer tegen. En moest ik toch weer nuanceren. Door telkens opnieuw te beginnen en zoveel verschillende standpunten te hebben ingenomen ben ik heel veel te weten gekomen over Jongerius.

Nog steeds staat een groot deel van Jongerius werk me tegen. Maar wat ik wel ben gaan zien is dat ze niet alleen commercieel werk maakt of veel geld probeert te verdienen met reproducties. Wat ze doet komt wel degelijk ergens vandaan. Jongerius gaat te werk als een kunstenares en vormt vanuit daar vaak toch functionele objecten of gebruiksvoorwerpen. Dit begint al in het ontwerp proces. Ze stelt zo nog meer eisen als iemand die enkel vanuit kunst of enkel vanuit design beoordeeld. Designers die zich begeven in de kunstwereld worden geacht autonoom te kunnen werken met een eigen handschrift en/of thematiek. Maar tegelijk moeten ze aanvoelen wat de markt wil. Toch lukt Jongerius dit erg goed. En voert ze daarnaast een interessant onderzoek uit naar de cross-over tussen deze twee werelden die steeds vaker hand in hand gaan.

In mijn research naar Hella Jongerius en design in de kunstwereld kwam ik op een blog geschreven door “deDeurs” Naar aanleiding hiervan ontstond een discussie…

(more…)

Anti-design


Thursday, February 3, 2011

Superstudio was founded in 1966 in Italy. The group developed as a result of the expanding cities, which contributed to the growing amount of products and design.  Later on they focused more on architecture and on collages and cut outs they did city plans of over expanding cities.

I like the fact that their plans never became reality but their concepts were sold and exhibited. They established radical surrealistic visions of a negative environment as critiques of contemporary movements. They lived in a time when it was hard to escape from the time pressure and the fast developments. Like now, designers have to go outside expectations and think further and in the end present authentic products, sometimes-overdeveloped products. What Superdstudio did (in some of their work) was that they stopped during the process of development and did not finish it. This was a revolutionary way of thinking during that time. It is a concept that allows the spectators to walk into an unfinished world.

Superstudio has influenced a lot of designers and architectures today with its radical and revolutionary ideology. Rem Koolhaas is one of them who have made a lot extravagant projects. There is a similarity of the buildings he does and the Superstudios sketches. He is also more interested in the city and urbanisation and in a contradictive way he builds dynamic, futuristic buildings.

“ If design is merely an inducement to consume, then we must reject design. If architecture is merely the codifying of bourgeois model of ownership and society, then we must reject architecture. If architecture and town planning is merely the formalization of present unjust social divisions, then we must reject town planning and its cities until all design activities are aimed towards meting primary needs. Until then, design must disappear. “

I like the fact that their plans never became reality but their concepts were sold and exhibited.  That is one reason I think they are more like artists then designers.  They used their designer skills and knowledge but pushed it further so their work became artworks. A designer solves problems and an artist asks questions. Superstudio asked questions. They gave one solution out of millions and force the spectator to use his imagination to expand this solution.

In 1970 they did a furniture collection out of their “Grid concept”. It is a 3d object out of their drawings, so from design they made art, and from art they designed. But how come they neglected design when they at the same time were involved in it and produced? Is it fair to their belief? What they designed here was a response on the political issues that existed during that time and the disillusionment, which gave origin to a new society, which off course affected the art world. In this collection the furniture reminded of cheap café furniture’s from the 50s. The functionality and easiness of it was the main goal.

Jaime Hayón, Artist or Designer?


Friday, January 21, 2011

Choosing an artist from the list that we had been given, I quickly googled a few names and crossed that of Jaime Hayón who, during the 90ties, had studied at a Design Academy funded by Benetton (among others in Madrid, Paris and San Diego). He there had worked “closely with the legendary image-maker and agitator Oliverio Toscani” as is explained on his web site.[1]; (You might remember this one – made a few very critical commercials for the company, also the one displaying the anorexic girl)

Thrilled, I decided to go for Hayón only to find out that there is unfortunately nothing very controversial about him. With his 37 years, living practically all over in Europe, he is quite an internationally popular designer. Or artist?

Very hard to say, since he clearly works on both sides of the road.

He graduated as an industrial designer and has – until now – designed a whole range of, and very, industrial products such as for instance a bathroom collection for ArtQuitect, all kinds of domestic furniture for b.d ediciones, Established&Sons and Moooi, lighting fixtures for Metalarte and Swarovski, vases for Gaia and Gino, ceramic objects for Bosa Ceramiche and so on and so forth.[2]

There are however those other pieces he created, often marking major break-troughs in his career, that are more likely to be linked to the Fine Arts.

(more…)

Julia Lohmann, dierenactiviste en designer


Friday, January 21, 2011

Cow benches (2005)

Ik heb me verdiept in het project Cow benches (2005) van Julia Lohmann, een serie van 18 leren banken in de vorm van koeien zonder kop en poten. Het leer is van koeien, en het is in precies dezelfde positie op ‘het dier’ (in dit geval schuim en hout) geplaatst als op het destijds nog levende dier. Haar concept: we zitten altijd op leren banken, maar je beseft niet dat het leer van koeien komt. Als je op een Cow bench zit, besef je je dat wel.

Wat mij interesseert in Julia Lohmann is dat ze in mijn ogen een dierenactiviste is, en dat door middel van design probeert te uiten. Ze schreeuwt niet om aandacht in demonstraties waarbij ze bloed op bontjassen gooit. Ze wil juist de consument zelf laten ervaren dat leer niet alleen een product is, maar ook deel van een levend wezen is geweest, dat wij voor onze consumptie geslacht hebben. Dit zorgt wat mij betreft voor een veel intensievere beleving dan een demonstratie.
Ik vraag me af of zo’n letterlijke weergave van haar onderwerp sterk genoeg is om het publiek te confronteren met hun dubbelzinnige, hypocriete houding ten opzichte van dieren.

(more…)

Front Design – New flesh for Scandinavian design


Friday, January 21, 2011

If we talk nowadays about Scandinavian design we mostly talk about Ikea. Simple, strong and just to serve its purpose. But there is and should be more to it. There is a younger generation of Designers who are coming to seize the throne and take Scandinavian design into the next jump of design.

Front Design

(more…)

Filosofie op z’n hoogtepunt


Friday, January 21, 2011

Kunst en design. Vullen zij elkaar aan? Is het familie? Hebben zij überhaupt wel een relatie? Als ik mensen om mij heen vraag naar verschillen tussen kunst en design kom ik bedrogen uit. Lang nadenken wordt vervolgd door: ‘Ik heb geen idee’. Maar ook over overeenkomsten lijkt ‘men’ nog niet nagedacht te hebben. Een interessante kwestie dus. Om te beginnen zoek ik op wat kunst, en wat design, in de volksmond als betekenis krijgen opgespeld:

–      Kunst: Kunst is alles wat door een mens is gemaakt en tot doel heeft menselijke zintuigen of geest te prikkelen door originaliteit of schoonheid.

–      Design: Design is daarentegen de creatie van objecten, omgevingen, grafisch werken (en enzovoorts) beoogt, zowel op functioneel als op esthetisch gebied en afgestemd volgens de eisen van de industriële productie.

Kunnen wij zo stellen dat kunst met een functioneel doel design wordt genoemd?

1] Temple of Truth. Three 7m high “Roman” columns consisting of paper strips with gossip articles, press statements, and chats regarding WikiLeaks. Part of the Metahaven installation at Graphic Design Worlds at the Triennale Design Museum in Milan, and also part of the WikiLeaks Identity research project. January 2011. 2] Happy Crisis. This poster is part of the Metahaven installation at Graphic Design Worlds at the Triennale Design Museum in Milan, and also part of the WikiLeaks Identity  research project. January 2011. 3] Radical Transparency. Transparent plastic banner. Part of the Metahaven installation at Graphic Design Worlds at the Triennale Design Museum in Milan, and the WikiLeaks Identity research project. Length: about 7m. January 2011.

(more…)

Bas van Beek – Designing critical design


Friday, January 21, 2011

Bas van Beek, head of the Rietveld Academy Designlab department, teacher and practicing product designer is in almost all interviews and other bio’s described as the bad boy of design in the Netherlands. Not only this nickname as well as the fact that most critics writing about him seem to agree on his position in the field made me interested in Bas van Beek as a person, as a teacher and head of designLAB and most of all as an independent design professional at Archiploitation.

Van Beek's "Royal Rip-Off's"

Van Beek started studying interior-architecture in 1993, studied interior design in 1997, but never finished these studies. Simultaneously he studied interior architecture at the Willem de Kooning Academy from which he graduated in 1998. His final thesis, about a 3D scan of his own faeces as a critic on computer generated architecture, repeatedly sets the tone for most of the critics writing about him. During his studies he did 2 brief internships in Architecture offices. After his graduation Van Beek started his career as an independent design practitioner.

Back then, the Dutch government was supporting starting artists and designers with start-up grands. Putting Van Beek in a position in which he could start to examine what was going on in Dutch Design at that time without direct pressure to design to survive.

(more…)

Baas boven Baas


Thursday, January 20, 2011

Maarten Baas

Geboren op 19 februari 1978 in Arentberg, Duitsland. Kort daarna verhuisde de familie Baas naar Nederland waar hij in Haamstede, Zeeland  opgroeide.  Het werk waar hij het meest bekend door werd en er ook in 2002 op afstudeerde aan de DAE was de ‘Smoke’ series. Deze serie stoelen, die met een brander werden verbrand en vervolgens met een epoxy behandeld, vloog meteen de wijde wereld in. De Smoke stoelen werden opgenomen in de collectie van Moooi, van Marcel Wanders.

Een ander werk van Baas dat al snel werd opgepikt was de ‘Clay’ series. Deze “kinderachtig” gekleide stoeltjes waren onder andere te zien in het programma Zomergasten maar natuurlijk ook op de grote designbeurzen overal in de wereld zoals de Salone del Mobile in Milaan. De combinatie van een stalen frame en industriele klei zorgen ervoor dat elke stoel, tafel, kast of ventilator een unieke vorm krijgen die geen twee keer voor komt. Dit speelse behoud Baas in zo’n beetje al zijn werken.


In 2009 stal Maarten Baas weer de show op de Salone del Mobile met zijn klokkenserie ‘Real Time’. Klokken gemaakt door middel van een video. Hij gaf de tijd weer door een 12-uur durende video die “real time” de tijd weergaf. Met acteurs heeft hij 12 uur lang de minuten die zij moesten vullen gewerkt om zo een correcte tijd te laten weergeven. Zijn bekendste is de ‘Grandfather Clock’. Dit is een klok met de afmetingen van ongeveer een volwassen persoon, waar ook een persoon in lijkt te staan die de tijd minuut na minuut op het melkglas tekent. De Grandfather clock komt pas echt tot zijn recht zodra je hem in het echt ziet. je krijgt meteen het gevoel dat er echt iemand in zit die de tijd bijhoud.

Andere zijn ‘Analog Digital Clock’ waar ook iemand achter staat die steeds de vlakken opvult en schoonmaakt alwaar een digitale klok ‘slaat’. Ook is er een variant, ‘Sweepers’, waar je van boven 2 mannen een berg zand en vuilnis in de vorm van wijzers rond ziet vegen. De vierde klok in zijn serie is ‘Counting Hours’ (in deze link zie je ook alle klokken in een overview). Hier zie je een man in een klein kantoortje zijn werk doen en tegelijkertijd twee pennen als wijzers rond laat gaan om zodoende de tijd weer te geven.

Ook werd hij in 2009 Designer of the year genoemd in Miami op de Design fair in Miami. Hier liet liet hij een one-of-a-kind werk zien, in opdracht voor de design fair in Miami, genaamd The Shell.


Maarten benadert het ontwerpen zonder voorkennis van, of interesse in vooraf opgelegde beperkingen en vindt zijn drijfveer in het aangaan van nieuwe experimenten. Deze benaderingsmethode werd verder uitgediept voor zijn presentatie tijdens de Salone del Mobile 2005, waar hij zijn ‘Treasure Furniture’, ‘Hey, chair, be a Bookshelf!’, en ‘Flatpack Furniture’ presenteerde, welke  vol verwachting en met luid gejuich werden ontvangen.
In 2009 ontwierp Baas, voor het eerst sinds zijn samenwerking met Moooi in 2003, ongelimiteerde producten voor andere labels. Voor het nieuwe, Italiaanse label Skitsch, ontwikkelde hij het cartoonesk vormgegeven, porseleinen servies ‘The Haphazard Harmony’. En voor het Britse Established & Sons de eetkamerstoel ‘Standard Unique’, een stoel die zodanig is geconstrueerd dat elk geproduceerd stuk een unieke stoel oplevert.


Wat is het geheim van Baas? Voor een groot deel ligt de aantrekkelijkheid van zijn objecten in het feit dat hij het kind in de volwassene weet aan te spreken. Lekker kneden en kleien, af fikken en smelten, frutselen en stapelen. Zijn werk is echter veel meer dan de puberale grap om een designicoon af te branden. Nu het hier allemaal bij elkaar staat, ondanks alle onderlinge verschillen in de series, valt er wel degelijk een lijn in te ontdekken. Het plezier in het maken en knutselen straalt ervan af, evenals de humor. De meubels met hun spichtige pootjes of juist bolle, ronde lichamen, hebben een hoog cartoongehalte. Zo lijkt de serie ‘Sculpt’ gemaakt voor de familie Flintstone en zijn de kasten voor ‘Established’ verwant aan robotjes, die als kleine huisdiertjes de woonkamer bevolken. Het is gek en grappig, maar ook sympathiek en interessant.

Kortom het werk van Maarten Baas bevat een speels gehalte wat ik over het algemeen kan waarderen. Door zijn kijk op de wereld worden interieuren weer wat kindvriendelijker en luchtiger in hun omgang.

Maarten woont en werkt tegenwoordig in de buurt van ‘s-Hertogenbosch.

Tokujin Yoshioka Design


Thursday, January 20, 2011

Tokujin Yoshioka was geboren in Japan in 1967, na uitvoerige samenwerking met Shiro Kuramata en Issey Miyake en deze bestudeerd te hebben, kwam in de opstelling van 2000 zijn studio, Tokujin Yoshioka Design, in Tokyo. Zijn vennootschap met Issey Miyake heeft meer dan 20 jaar bestaan. Tokujin Yoshioka heeft deelgenomen aan een aantal projecten met mode ontwerpers en designers. Maar hij brak pas echt door na zijn succes in ‘Issey Miyake Making Things for the Cartier foundation in Paris’. Ondanks zijn leeftijd is Tokujin Yoshioka een van de meest belangrijke en invloedrijke japanese designers of eerder gezegd “vormgevers”.

De reden waarom ik vormgever zeg, is omdat ik hem niet in een hokje weet te plaatsen. Hij bevindt zich in het speelveld in de vormgeving. Als je zijn werk observeert denk je al snel aan motie, transparantie en de omgang en kennis van materiaal.

Het spelen en gebruik maken van het materiaal is steeds verschillend. Zo gebruikt hij papier om een stoel mee te bouwen, het papier is nooit stevig genoeg om op te kunnen zitten, maar het door het papier in een vorm te kneden en het van zijn blanke gladde oppervlakte te ontdoen en het grootschalig als een compacte eenheid neer te zetten maakt het geheel totaal anders.

Oké, je kan er niet op zitten want alles zakt in, maar het schept iets nieuws voor het oog en het lijkt te werken. Het is rustgevend en strak ondanks de slordige vouwen die toch ritmisch worden door het grote geheel.

Alles voelt heel clean aan, en alles is dan ook strak en voor mijn doen totaal emotieloos. De emotie kwam niet bij me op, tot ik na een tijd onderzoek zijn proces en manier van werken begon te begrijpen.

Zo werkt hij nogmaals erg veel met transparante objecten en mogelijkheden, hierbij denk je ook aan weerkaatsing en schemering en spiegeling. Lichtinvallen die je raken in het werk en het zijn kracht geven en soms ook ontdoen. Doordat het vaak te strak is verga ik mezelf nogal snel in de spiegeling en in de lichtinstallaties. Het is natuurlijk wel goed doordacht en in de puntjes uitgezocht en er zit detail daar waar het nodig is, maar het is voor mij zo achterhaald en gedaan. Zeker als je kijkt naar Japanse collega’s en mensen in zijn werkveld is het voor de hand liggend vindt ik.

Maar toch blijft het je raken, dit heb ik heel erg bij het werk genaamd ‘snow’.

Het is zo simpel en heeft een eenvoud in zijn bedoeling maar het raakt je, je herkent de sneeuw die als poeder met de wind meegaat en het geeft kalmte en emotie. Zo ben ik toch anders gaan kijken naar zijn werk en naar zijn manier van werken, dat het geen wonder is hij zoveel samenwerkend werk heeft verricht.

Wat mooi is te zien in interviews is dat hij zelf aangeeft zijn voorkeur ligt bij simpelheid. Zo kleedt hij zich simpel en strak. Zwarte shirts en polos en geen opvallend kleurige schreeuwende kleren. Ditzelfde zie je in zijn werk terug en kan je zien dat hij weet wie hij is en waar hij staat. Zijn werk is een weerspiegeling van hemzelf.

Simpelheid en strak afgewerkte concepten zijn een kenmerk van Tokujin Yoshioka, in zijn werk ‘Venus Natural Crystal Chair’, zie je in het proces Tokujin Yoshioka kleine kristallen laten groeien in een aquarium om zo deze natuurlijke kristallen tot een stoel te doen creëren. Hij noemde de stoel naar Venus, omdat het groeiproces doet denken aan de godin die wordt gevoedt door delen in het water en zo uit het water tot leven komt. Het is zeker niet een stoel om in te te zitten, maar het is geweldig om naar te kijken. Dit merk ik vaker bij het werk van Tokujin Yoshioka dat het niet praktisch of bruikbaar hoeft of moet zijn, maar het meer het verhaal verteld achter het idee of de manier waarop het idee tot leven is gekomen, en maakt het voor mij ook totaal niks uit of het nu ook echt design is met een functie. Hij gaat heel verfijnd en precies te werk en het lijkt naar mijn mening dat hij zeer gefascineerd is naar het ontdekken van de groei en ontwikkeling van deeltjes in stoffen en materialen. Wat een connectie legt met meubels, kleding, design enz. Dus om terug te komen op het emotionele gebied.. ja, dit zit er zeker in. Misschien niet meteen herkenbaar in het werk maar wel in het proces. Hij is naar mijn mening ook zeer gedetailleerd en dat zie je niet alleen terug in zijn eind producten of werken maar ook in zijn experimentele fases. Echter vindt ik dit vaak “te” gelikt ogen, en vergaat het echte verhaal of de boodschap erachter.

Hoewel hij het goed compenseert en je verbluft met minimalisme en design. Mocht je nu meer werk van Tokujin Yoshioka willen zien en zijn processen en in welk veld hij nu precies zit binnen design, dan is het zeker waard even zijn site http://www.tokujin.com/ te bezoeken, namelijk:

De schoonheid in wetenschappelijk geïnspireerd design


Thursday, January 20, 2011

Joris Laarman, inmiddels 31 jaar, heeft zijn eigen lab sinds 2004, samen met zijn partner Anita Star. Zijn insteek is om een object een verhaal te laten vertellen. Hij vertelt dit in een filmpje dat te zien is op Youtube. In zijn werk maakt hij gebruik van een combinatie van design en wetenschap. Hij zoekt daarbij naar de grens tussen waar zijn ontwerpende functie nog een rol kan spelen en waar de wetenschap het overneemt. Design gaat voor hem over het overbrengen van een gevoel. Wetenschap daarentegen is gebaseerd op wetten en regels. Het verschil tussen deze twee aspecten is dus groot. Waarschijnlijk is dit verschil de reden waarom ik als toeschouwer een onwerkelijk gevoel krijg. Zo had ik, bij het bekijken van zijn werk Paper Starlings het idee dat ik naar een projectie van papieren vliegtuigjes keek. In werkelijkheid blijken de vliegtuigjes microrobots te zijn, en dus echt. Joris ziet zichzelf liever niet als designer, maar eerder als kunstenaar.

(more…)


Log in
subscribe